6 min

De economie groeit, maar Nederlanders zijn niet welvarender. Hoe kan dat?

RaboResearch

De ‘brede welvaart’ bleef de afgelopen jaren stabiel, blijkt uit onderzoek van RaboResearch en de Universiteit Utrecht. Dat is een glas dat halfvol is of halfleeg. In elk geval maakt geld alleen niet gelukkig. In Deventer weten ze wat wél gelukkig maakt.

Erik van Luttikhuizen (55), hoofdredacteur van streekomroep Salland1, stuurt zijn cameraman op pad. Er moet een item gedraaid worden over de IJsselbiënnale, de jaarlijkse kunstroute langs de IJssel. Aan de oevers van deze rivier vormde zich in de late Middeleeuwen het economisch hart van Nederland. Zwolle, Deventer en andere steden aan de IJssel (de regio Salland) sloten zich aan bij handelsverbond De Hanze. De handel bloeide op en bracht economische welvaart.

Werk-privébalans

Eeuwen later ervaart men hier een andere welvaart. Eén die niet om de euro’s draait, want het inkomen in Zuidwest-Overijssel ligt onder het Nederlands gemiddelde. De mensen hier werken dan ook minder uren, wat waarschijnlijk een bewuste keuze is en duidt op een grotere tevredenheid over hun werk-privébalans. Ook de woontevredenheid is hoog en inwoners voelen zich gelukkig, tevreden en veilig. Ze doen relatief veel vrijwilligerswerk en vertrouwen de medemens.

‘Dat is óók wat welvaart is', zegt Rabobank-econoom Rogier Aalders. Hij is co-auteur van het onderzoek naar ‘brede welvaart’ in Nederland, dat RaboResearch en de Universiteit Utrecht sinds 2016 uitvoeren. De brede welvaart in ons land wordt gemeten aan de hand van elf welvaartsdimensies. Harde, economische cijfers zoals werkuren en inkomens worden samengevoegd met subjectieve data over bijvoorbeeld geluk en woontevredenheid. Aalders: ‘Dat levert een veel completer beeld van welvaart op dan de som van wat we met elkaar verdienen, consumeren en produceren (het bruto binnenlands product, bbp).’

Minder gejaagd leven

Zuidwest-Overijssel komt dit jaar als welvarendste regio van Nederland uit de bus. Dat verbaast hoofdredacteur Van Luttikhuizen niets. Hij woont al zijn hele leven in de regio, maar heeft genoeg gereisd en gependeld voor zijn werk - vooral naar de Randstad - om de verschillen te bemerken. ‘In het oosten leven we minder gejaagd en kijken we meer naar elkaar om dan in het westen. Noaberschop (nabuurschap) noemen we dat hier. De saamhorigheid is merkbaar groter.

Als vrijwilliger bij een Deventer voetbalclub zie ik dat ook de andere verenigingen in de regio vrijwilligers te over hebben. Salland1 draait ook grotendeels op vrijwilligers.’ Nog zo’n blijk van saamhorigheid: ‘De vele buurtfeesten in de kleine gemeenten rondom Deventer. Die zijn altijd druk bezocht en érg gezellig.’

Delfzijl en omgeving scoort dit jaar - net zoals eerdere jaren - slecht in vergelijking met andere regio’s. Dat komt vooral door een lage woontevredenheid en laag inkomen.

Teleurstellende meevaller

Even uitzoomen. De brede welvaart van heel Nederland is min of meer stabiel gebleven de afgelopen drie jaar. Nederlanders zijn niet welvarender geworden, ook niet minder. Dat kun je positief en negatief bekijken, legt Aalders uit. ‘Door corona had de brede welvaart kunnen afnemen. Dat dat niet is gebeurd, is een meevaller. Aan de andere kant: na een dip in 2020 groeit de economie inmiddels weer, in een periode van drie jaar met 6,5 procent. Het is teleurstellend dat de brede welvaart achterblijft.’

De niet-economische welvaartsdimensies hielden de groei van de brede welvaart tegen. Nederlanders waren minder gelukkig en minder tevreden over hun woonsituatie en hun gezondheid was slechter. Logisch: in de overspannen huizenmarkt kregen ze minder huis voor hun geld en de coronacrisis en bijbehorende maatregelen hebben bewezen negatieve gevolgen gehad voor de lichamelijke en mentale gezondheid.

Opeenstapeling van problemen

De regionale verschillen zijn klein. Wat zich wel al jaren aftekent, is dat inwoners van grote steden een relatief lage brede welvaart genieten. In de gebieden rondom die steden is het juist wat hoger. Daar heb je wel de lusten van de stad (werk, voorzieningen, cultuur, reuring), maar niet de lasten (weinig huis voor je geld, weinig groen, ongezond en onveilig leefklimaat). Dit gaat bijvoorbeeld op in de regio’s bij Alkmaar en Haarlem, het Groene Hart, het Gooi en de Veluwe. Voor zover er regionale verschillen zijn, worden die vooral bepaald door woontevredenheid en inkomen. Maar overal blijft het plussen en minnen. Er zijn geen regio’s die op élke bredewelvaartsdimensie beter of slechter scoren dan het Nederlands gemiddelde. Stad noch platteland is zaligmakend.

Veel meer dan wat de omgeving biedt, is de sociaal-economische groep waartoe mensen behoren bepalend voor welvarendheid. Zo is de brede welvaart van mensen met een laag inkomen (-10 procentpunt) en van werklozen (-14) behoorlijk lager dan die van de gemiddelde Nederlander. Vanzelfsprekend ‘scoort’ die eerste groep lager op de bredewelvaartsdimensies baanzekerheid en inkomen, maar de onderzoekers zien over de gehele linie lagere scores. Deze mensen zijn minder tevreden over hun woonsituatie en sociale contacten, vinden dat ze in een minder veilige en schone buurt wonen, ontwikkelen zich slechter op persoonlijk vlak en voelen zich minder betrokken bij hun leefomgeving. Dit is een bekend fenomeen dat ‘een opeenstapeling van problemen’ wordt genoemd.

Nuchter en tevreden

Terug naar Zuidwest-Overijssel, waar relatief weinig verdiend wordt, maar de brede welvaart al jaren hoog is. Zit daar soms iets in het water van de IJssel? Gooi en Vechtstreek scoorde dit jaar bijna net zo hoog, maar dat is weinig verrassend gezien het hoge inkomen van de inwoners aldaar. In Salland moet het iets anders zijn. Journalist Maaike Olde Olthof (48) heeft in beide regio’s gewoond. Haar conclusie: ‘In het Gooi lijkt men meer bezig met de buitenkant en verhouden mensen zich veel tot elkaar. Ik heb de indruk dat Deventenaren anders in het leven staan. Nuchterder, tevreden met minder. Jezelf vergelijken met de buurman is menselijk. Maar omdat in Deventer alles door elkaar woont, werkt dat hier juist relativerend. Ik kan iets te klagen hebben, maar dan hoef ik maar naar mijn buren te kijken, te zien hoe ze de fietsen achter op de auto zetten voor hun enige vakantie van het jaar, het geluk op hun gezichten getekend, en mijn klachten vervliegen vanzelf.’

Mensen meest bepalend

Na veel omzwervingen woont Olde Olthof weer in Deventer, terug in de regio waar ze opgroeide. Ze wilde groter en rustiger wonen en toch het stadse binnen handbereik houden. Deventer voorziet daarin. En er is reuring genoeg, volgens Olde Olthof wordt er veel georganiseerd. Bijvoorbeeld straattheaterfestival Deventer op Stelten, de IJsselbiënnale, de beroemde Deventer Boekenmarkt. ‘Het mooie is: al die evenementen zijn heel betaalbaar. Ik denk dat de gemeente het goedkoop houdt, zodat iedereen mee kan doen.’

Dat werkt sociale contacten en maatschappelijke betrokkenheid in de hand, twee bredewelvaartsdimensies waar Zuidwest-Overijssel goed op scoort. Maar het meest bepalend voor de welvaart, in elk geval voor die van Olde Olthof, zijn de mensen. ‘Je wordt een beetje zoals de mensen om je heen. Ik heb de nuchterheid en tevredenheid van Deventenaren overgenomen.’ <

  • Auteur: Rens Lieman
  • Fotograaf: Frédérik Ruys

Meer lezen over dit onderwerp?