‘Ik moet me geworteld voelen’
InterviewSanne Meijer (30) fietst, tuiniert, schrijft, blogt en wandelt. Ze geeft onzichtbare Groningse vrouwen uit de geschiedenis een stem, blaast bijna uitgestorven Groninger groenterassen nieuw leven in en roert mensen tot tranen toe met haar verhalen. ‘Meestal zeg ik: ik ben historica en ondernemer. Erfgoed, geschiedenis en Groningen: die drie dingen zijn zo’n beetje de basis van wat ik doe.’
Bloggen en vergeten doperwtjes kweken was niet per se haar droom toen ze direct na haar studie geschiedenis en Internationale Betrekkingen een baan vond. Namens de drie noordelijke provincies werkte ze in een aantal Europese, interregionale samenwerkingsprojecten en was ze regelmatig in Brussel te vinden - een baan waar al haar studiegenoten jaloers op waren. Superleuk en prestigieus, maar…..
Sanne Meijer lacht. ‘Ineens dacht ik: ik heb heimwee naar Groningen. En dat niet alleen: in zo’n organisatie ben je een klein radertje in een groot netwerk. Ik kon nooit laten zien wat ik had gemaakt en ik merkte dat ik dat wel nodig heb.’ En dus zegde ze haar baan op. Het was 2018 en de rest is geschiedenis – letterlijk én figuurlijk.
Reisblog
Meijer had haar blog toen al. Als student wilde ze graag door Europa reizen en daarover bloggen, maar daar had ze geen tijd en geld voor. ‘En toen dacht ik: weet je wat? Ik ga een reisblog maken vanuit mijn eigen achtertuin.’ Ze stapte op de fiets, op zoek naar bijzondere plekken en verhalen in Groningen. Haar blogs werden opgepikt, ze kreeg veel volgers, organisaties benaderden haar: kon Meijer helpen met een filmpje over de omgeving? Een verhaal schrijven over het landschap? Dat kon ze, nu ze geen baan meer had; en nu is het haar fulltime bestaan.
Eigen geschiedenis
Samen met vriendin en compagnon Iris van den Brand doet Sanne Meijer haar best Groningers hun geschiedenis te laten leren kennen. Te leren waarderen ook. ‘Wist je dat Groninger vrouwen een heel grote rol hebben gespeeld bij de invoering van het vrouwenkiesrecht? Nee, ik eerst ook niet. Maar nu wel.’
Ze zegt: ‘Veel wat wij hier in onze geschiedenisboeken leren, gaat over de Randstad. Maar pas die geschiedenis eens toe op de Groninger borgen, op de wierden. Als het op school gaat over wat je kent, wordt het meteen tastbaarder. En leuker.’ Speels en actief toegediend – met bijvoorbeeld een wandel- of fietsroute – gaat het leven en beklijft het beter, volgens Meijer.
Vraauwlu
Het begon ermee dat ze in 2019 voor De Verhalen van Groningen activiteiten coördineerde rondom honderd jaar vrouwenkiesrecht. Dat smaakte naar meer, en samen met Van den Brand vroeg ze mensen uit de hele provincie naar hun favoriete Groninger vrouw. Ze maakten er een portrettengalerij van die de provincie rondging. ‘En toen kwam corona en ging iedereen wandelen. We zetten een stadswandeling uit langs plekken die belangrijk waren in de eerste feministische golf.’
Er kwam het boek Vraauwlu: Groninger vrouwen in de geschiedenis, ze nam zitting in de straatnaamcommissie en er werden plaquettes onthuld om vergeten Groninger vrouwen te eren. Ook werd er een tentoonstelling gehouden bij Museum aan de A, waar Meijer sinds 2021 twee dagen per week werkt. Zo wisselt ze kantoor af met thuis achter de computer, of… in de volkstuin.
Grunnegs toentje
Meijer hield altijd al van tuinieren en twee jaar terug ging ze op zoek naar oude Groninger groenterassen. Die vond ze en ze richtte een hoekje van haar volkstuin in als Grunnegs toentje. Het was een hobbyproject, maar liep totaal uit de hand: cameraploegen, lezingen, cursussen, rondleidingen, en er staat meer op stapel.
‘Het is mooi om plezier te vinden in kleine dingen dicht bij huis. Plus: je draagt bij aan de biodiversiteit – en lokaal is altijd beter. Hoe duurzaam zijn sojabonen als die uit Zuid-Amerika moeten komen? Ik zou het fantastisch vinden als deze oude rassen weer in de supermarkt komen, of op de kaart bij restaurants.’
Zielsgelukkig
Waar andere jonge, ambitieuze Groningers kiezen voor de Randstad of voor spannende landen, is Meijer zielsgelukkig als ze thuis in Roodeschool in de aarde staat te wroeten. ‘Ik heb het nodig om me geworteld te voelen, en dat kan ik pas als ik weet in welke grond ik sta.’
Hoe meer ze over haar Groningen leest en ontdekt, zegt ze, hoe meer ze ervan gaat houden. Elke dag ontdekt ze nog iets nieuws. ‘Dan denk ik: wauw, wat een prachtig meer ligt hier. Of een bos, of een middeleeuws dorpje. En in Oost-Groningen waren veel mannen lid van de vereniging voor vrouwenkiesrecht, veel meer dan elders. Daar kunnen we echt enorm trots op zijn. Groningen is zo rijk.’
Stoffig imago
Het moet gezegd: Meijers vrolijke, donkere krullen vallen op in de overwegend grijze wereld van archieven en erfgoed. Ze lacht. ‘Mijn ouders namen me als klein meisje al mee naar musea en andere plekken. Ik vond het prachtig, toen al.’
Ze snapt dan ook niet dat geschiedenis zo’n stoffig imago heeft, wat is er nou mooier dan verhalen? Zonder het verleden, zegt ze, kunnen we het heden niet begrijpen. ‘En dan kunnen we ook niet naar de toekomst kijken.’
Dat geldt ook voor haarzelf. ‘In het stemhokje denk ik nu steevast: als die vrouwen niet gedaan hadden wat ze gedaan hebben, had ik hier nu niet gestaan.’
In tranen
Van al haar projecten is ze het meest trots op Vraauwlu. ‘Geschiedenis wordt geschreven voor en door mannen. Als het al over vrouwen gaat, zijn het vrouwen uit de Randstad. Groninger vrouwen verdienen zo veel meer.’ Na lezingen komen er altijd mensen naar haar en Iris toe, vertelt ze. ‘In tranen. Ze vertellen dat ze zich nu trots voelen als Groninger vrouw, dat ze het oneerlijk vinden dat deze vrouwen zo lang geen naam hadden. Sommige mensen moeten ook opeens denken aan de buurvrouw van hun oma die in het verzet zat. Er komen allemaal verhalen los, en dat is precies wat we willen. En dan denk ik: dat hebben we toch maar mooi even gedaan.’
- Auteur: Karin Sitalsing
- Fotograaf: Frank Ruiter