‘Geen gegraai, maar lekker snuffelen’
ReportageRuim honderdduizend kledingstukken vinden jaarlijks via de Alphense Kledingbank Groene Hart hun weg naar plaatsgenoten die het minder breed hebben. Tientallen vrijwilligers zorgen ervoor dat deze mensen in een grote modewinkel zonder kassa echt gezellig kunnen winkelen. ‘Geen gegraai dus, maar lekker snuffelen’ tussen nette rekken vol fleurige kleding, die voortdurend worden aangevuld.
Waar nog niet zo lang geleden een grote speelgoedwinkel zat, huist nu de Kledingbank Groene Hart. Midden in het Alphense centrum, de Aarhof, heeft de stichting voor de komende anderhalf à twee jaar een prachtig onderdak gevonden voor haar modewinkel zonder kassa. Want de Kledingbank is gratis voor mensen met een laag inkomen. Zo’n 2.100 mensen uit de gemeenten Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem en Nieuwkoop weten de Kledingbank inmiddels te vinden. Zij kiezen twee keer per jaar een nieuwe garderobe uit in de rekken vol geschonken kleding die op die manier een tweede leven krijgt.
Een echte winkelervaring
Voorzitter Richard Brand is blij met het tijdelijke onderkomen dat met behulp van schenkingen van onder andere het Rabo Impactfonds is ingericht. Hij wijst om zich heen, naar de rekken vol kleding en naar de schoenenplanken. ‘Het is een hels karwei, maar alles is netjes gesorteerd.’ De jassen hangen bij de jassen. De truien bij de truien. Heren-, dames- en kinderkleding is keurig gescheiden. ‘Je kunt de mensen nu echt een winkelervaring geven. Ze hoeven niet te graaien, maar kunnen gewoon tussen de rekken snuffelen.’
Armoedefonds
Een man draait wat onwennig rond in de zaak. Vrijwilligster Ina Voorwinden-Hertog vraagt of ze hem kan helpen. Dat hoeft niet, antwoordt hij. Maar na een paar minuten doelloos rondkijken komt hij daarop terug. Hij raakt snel overweldigd en is dan besluiteloos. De vorige keer ging hij daardoor met lege handen naar huis. Dat laat hij niet nog een keer gebeuren, dus of Ina hem alsnog wil helpen?
Kordaat neemt Voorwinden-Hertog hem mee naar de herenkleding. Een maatje M gaat het niet meer worden, denkt meneer. Hij is een half jaar geleden gestopt met roken en bijna twintig kilo aangekomen. ‘Veel kleren passen me niet meer. Maar ik ben blij dat ik ben gestopt’, vertelt hij trots. Het is een weldaad voor zijn longen.
In drie kwartier tijd kiest hij samen met Voorwinden-Hertog een jas, een broek, een trui, een shirt en schoenen. Tot slot pakt Voorwinden-Hertog nog ondergoed en wanten in voor meneer. Die zijn nieuw en worden gefinancierd uit het Armoedefonds. Meneer is opgelucht dat hij een nieuwe wintergarderobe heeft en vooral ook erg blij met zijn wanten. ‘Ik fiets regelmatig naar familie in Leiden, door de polder. Heel mooi, maar ook heel koud in de winter.’
Honderdduizend kledingstukken
De Kledingbank zamelt kleding in voor mensen met een laag inkomen, tot maximaal twintig procent boven bijstandsniveau. ‘Dat wordt gecheckt’, verduidelijkt Brand. Jaarlijks vinden zo’n honderdduizend kledingstukken een nieuwe drager via de Kledingbank Groene Hart. ‘Onze naam verwijst niet alleen naar de streek. Maar ook naar duurzaamheid. We doen dit voor de mensen én voor de natuur.’
Op een dag als vandaag zijn er in totaal acht vrijwilligers actief in de Kledingbank. Vijf van hen staan in de winkel. Zij helpen de klanten en hangen de kleding die vanuit het magazijn naar de winkel komt, op hangertjes. Maar niet voordat het kledingstuk is gladgestreken en voorzien is van een ringetje waarop de maat staat. Dat is nog best een klus, leggen de dames uit die vandaag bezig zijn, omdat uit veel kleren de maatlabels zijn geknipt omdat ze kriebelen. ‘Dus moet de meetlat erlangs om de juiste maat te bepalen.’
Bananendozen
In het grote magazijn even verderop, in gebouw De Jozef, zijn drie vrijwilligers bezig met sorteren. Rijen vol bananendozen reiken tot het plafond, met daartussen looppaadjes. Op alle dozen prijkt een etiket: ‘Dames Zomervest’, ‘Heren Zomerbroek’, ‘Jongens Zomerjassen’ en ga zo maar door. Op grote tafels worden de kleren gesorteerd en gevouwen. Rien van Elk, een van de drie vrijwilligers die vandaag bezig zijn, wijst op de berg tassen die vandaag zijn afgeleverd. Daar zijn ze wel een middag mee bezig. Zo gaat dat elke dag. ‘Ook in het weekeinde wordt nu vaak gesorteerd, anders komen we er niet meer doorheen.’
Jongens- en herenkleding
Brand is dankbaar voor alle kleding, accessoires, bedlinnen en huishoudtextiel die worden ingeleverd. ‘We hebben veel kleding nodig. Met name jongens- en herenkleding. Van sommige jongensmaten hebben we echt te weinig.’ Tegelijkertijd is de kledingtoestroom ook een zorg, want er moeten wel voldoende vrijwilligers zijn voor de verwerking. ‘We moeten daarom niet te snel groeien. Als dat gestaag gebeurt, kan onze organisatie, die gerund wordt door 68 vrijwilligers, het goed aan en blijven we voor iedereen een organisatie waarop ze kunnen vertrouwen.’
Dat laatste is extra belangrijk voor de klanten van de Kledingbank. ‘Zij hebben veel tegenslag gehad in het leven en bij veel mensen is het vertrouwen in mensen en instanties geschaad. Bij ons staat vertrouwen dus bovenaan. En liefst met koeienletters.’ Een andere belangrijke grondhouding voor de vrijwilligers is om niet te oordelen en om niet voor anderen te denken, vervolgt Brand. ‘Mensen of organisaties die willen helpen, denken vaak te weten wat de ander nodig heeft. Maar ik heb zelf slechte tijden gekend en weet uit ervaring dat het beter is om mensen te vragen wat zij nodig hebben.’
Gratis maandverband
Brand trekt sinds 2019 de kar bij de Kledingbank. In dat jaar werd hij gevraagd om eens een kritische blik te werpen op de Kledingschuur, het goedbedoelde, maar vastgelopen initiatief in Alphen aan den Rijn. Hij bezocht een aantal goed georganiseerde kledingbanken in Nederland en kopieerde wat werkte. Sinds die tijd groeit de Kledingbank met ongeveer vijfhonderd klanten per jaar. Dat tempo kunnen we aan, concludeert Brand.
14.000 inwoners van Alphen, Kaag en Braassem en Nieuwkoop komen in aanmerking voor hulp van de Kledingbank. Van hen weten zo’n 2.100 mensen de Kledingbank inmiddels te vinden. Brand is daar niet ontevreden over. ‘Onze doelgroep is lastig te bereiken. Ze volgen vaak niet de gebruikelijke informatiebronnen. En zijn soms bang voor instellingen, omdat ze daar geen goede ervaringen mee hebben. Maar gaandeweg vinden steeds meer mensen de weg naar ons.’
Om die reden hebben andere organisaties hulpfolders bij de Kledingbank gelegd, en ook is er enige tijd geleden achter de toonbank een MUP ingericht, een Menstruatieproducten Uitgifte Punt. Dat is een initiatief van het Armoedefonds dat door de gemeente wordt gesteund.
Lichtpuntje bieden
Gemiddeld komen zo’n dertig mensen per dag op afspraak langs bij de Kledingbank. Althans, als daar genoeg vrijwilligers voor ingeroosterd zijn. Zo niet, dan worden er minder afspraken gemaakt. Dat neemt niet weg dat het soms best aanpoten is, vertellen Voorwinden-Hertog en Yvonne van Kuilenburg die vandaag in de winkel staan. Voorwinden-Hertog heeft na elke werkdag in de Kledingbank vele kilometers op haar stappenteller staan. Voor Van Kuilenburg, die chronisch ziek is, was dat wennen.
Ze heeft veel plezier in haar werk. ‘Anders zit je maar thuis. Niet dat ik daar niks te doen heb, maar het is fijn om ook onder de mensen te zijn. En dit is heel mooi werk. Je maakt mensen blij.’
Tranen in de ogen
De meeste klanten van de Kledingbank hebben het zwaar. Ze zijn ernstig ziek, hebben allerlei problemen en zorgen. Sommigen zijn gevlucht voor een oorlog. ‘Als je hun een lichtpuntje kunt bieden, is dat heel dankbaar werk’, vindt ook Voorwinden-Hertog. ‘Mensen komen soms bedrukt binnen en gaan blij met volle tassen naar buiten. Dat is elke keer mooi om mee te maken.’
Ze vertelt over een gezin dat laatst langskwam. ‘Moeder zit in een rolstoel en vader heeft ook allerlei problemen. Ze kwamen met hun dochter, een heel schuchter meisje. Ik hielp hen zoeken en toen zag ik een heel mooie feestjurk in de maat van dat meisje. Ze durfde het aanvankelijk niet aan te trekken, maar na een tijdje kregen we haar toch zover. Haar moeder kreeg tranen in de ogen toen ze haar dochter uit het pashokje zag komen. Zo mooi had ze haar nog nooit gezien, vertelde ze.’
Voorwinden-Hertog stond erbij toen het meisje overladen werd met al die complimenten. ‘Je zag haar groeien. En dan die trotse ouders. Dat was zo ontroerend. De meeste mensen die hier komen, hebben het niet getroffen in het leven. Zo’n moment van geluk, is dan extra bijzonder.’
- Auteur: Marijn Kramp
- Fotograaf: Sanne Donders
Meer lezen over dit onderwerp?